Adinda

 

Haar naam was altijd een geliefd onderwerp van plagerijen geweest. Tussen de Lisa’s en Charlottes klonk Adinda misplaatst exotisch. Ooit had ze aan haar ouders gevraagd waar de naam vandaan kwam – haar moeder was het eens tegengekomen in een boek en vond het best mooi klinken. Bovendien was het een tragisch liefdesverhaal geweest, haar moeders favoriete genre. Voor haar klasgenootjes waren Max Havelaar en de koffieplantages echter nog onbestaande, iets wat ze enkele jaren later zouden vergeten na een stoffige literatuurles. Voorlopig konden de meisjes van 5B het gebruiken om Adinda’s prominente rol in de voedselketen te ondermijnen. ‘Adinda Adinden, laat veel winden’, zongen ze vaak. En later, toen een van hen het woord eens had gelezen in een glanzend tijdschrift van een oudere zus: ‘Adinda Adindo, gebruikt een dildo.’ Ze was ondanks alle spot altijd van haar naam blijven houden, tot ze die avond het woord ‘dildo’ had gegoogeld. ‘Evelien’ of ‘Hannah’ was misschien ook wel gewoon goed geweest.

Haar hele kindertijd lang had iedereen haar gezegd hoe mooi ze was. Vrienden van haar ouders noemden haar hun mooie – niet hun lieve! – prinses. Haar communiefoto’s had de fotograaf meteen in zijn etalage uitgestald en bij de dansvoorstellingen werd ze door de ambitieuze danslerares steevast op de eerste rij neergeplant. Tijdens de jongens pakken de meisjes-spelletjes op de speelkoer kreeg zij steeds de hele meute mannelijke klasgenootjes achter zich aan, terwijl haar vriendinnetjes met hun konijnentanden en overtollig vet wat doelloos rondhuppelden, als een stel droevige antilopen op de vlucht voor hun schaduw. En toen ze met haar ouders op vakantie was in Egypte, had een besnorde marktkramer hen vier kamelen aangeboden in ruil voor haar toen negenjarige handje. Toch was het tot op haar twaalfde verjaardag nooit een bewuste gedachte in haar knappe kopje geweest. Ze danste vooraan omdat ze goed kon dansen en de jongens achtervolgden haar omdat ze sneller kon lopen dan de rest en de fotograaf was vast heel trots geweest op de compositie en het kleurenpalet van haar communieportret. Op haar twaalfde verjaardag zat ze echter met haar vader een ijsje te eten op de grote markt. Het was heet en ze moest likken als een wilde zodat het ijs niet over het hoorntje zou beginnen druipen. Haar tong deed er alles aan om geen ijs te verspillen maar ondanks haar inspanningen gleed de vanillestroom van haar kin recht haar roze topje in. De plakkerige straal gleed tussen haar tepels en landde in haar navel. Haar vinger, die de situatie wou oplossen, volgde het witte goedje haar topje in en telkens ze een beetje te pakken kreeg, bracht ze haar vinger naar haar mond en zoog eraan. Intussen was de rest van het ijsje meedogenloos verder blijven smelten en zag ze geen andere uitweg dan het hele hoorntje in haar mond te steken. Pas toen barstte het groepje jongens op het bankje naast haar in lachen uit. Het hele schouwspel hadden ze met open mond gevolgd, elkaar af en toe aanstotend bij de spannendste momenten. De luidruchtige lachsalvo’s trokken haar aandacht en ze keek op naar de jongens die allemaal een jaar of vijf ouder moesten zijn. Het hoorntje hing half uit haar mond en het ijs drupte lustig over haar kin, waarop de alfa zijn tong traag over zijn recent bebaarde kin deed glijden. De jongens kwamen niet meer bij. Niet-begrijpend en beschaamd haalde ze het hoorntje uit haar mond, veegde haar kin af met een servet en smeet het hele boeltje in de vuilnisbak. Haar vader had van het hele voorval niets gemerkt.

In de auto op weg naar huis staarde ze zichzelf aan in de zijspiegel en bestudeerde haar trekken door de ogen van de jongens op het plein. Ze staarde en staarde en staarde zo lang tot ze haar eigen gezicht niet meer herkende en de spiegel een afbeelding in plaats van een reflectie toonde. Een beetje zoals wanneer je hetzelfde woord almaar in je hoofd herhaalt tot het zijn betekenis kwijtraakt en je achterblijft met de echo van een verpakking, een lege vorm ontdaan van semantiek. De zijspiegel toonde haar iets vreemds en het was mooi. Mooi. Mooi. Mooi. Mooi. Mooi.

Die zomer, de zomer waarin ze twaalf was geworden, golfde het hitte. Het was het soort zomer waarin de winter ondenkbaar werd en een vuile wolk in de verte nooit meer werd dan precies dat – een vuile wolk in de verte. Haar beste vriendin woonde wat verderop in de wijk in een huis met een identieke gevel maar wél met een zwemvijver in het rechthoekige tuintje. Vanzelfsprekend werd dat tuintje snel uitgeroepen tot hun vaste ontmoetingsplek. Een namiddag eind augustus was de warmte zo brutaal dat je haar bijna zag en dat er behalve in de vijver niets mee aan te vangen viel. Na uren spelen dreef de honger de twee meisjes de vijver uit. Zoals gewoonlijk waren ze hun handdoeken in de keuken vergeten en werd ze door haar vriendin op missie gestuurd om ze te halen zonder natte plekken achter te laten op de tegelvloer. Ze trippelde de keuken in en terwijl ze naar de handdoeken op tafel reikte, voelde ze ineens een zweterige hand rond haar middel. Verschrikt keek ze op en zag dat het de hand van de broer was. Een paar jaar ouder moest hij zijn; zijn kinderhuid werd reeds geplaagd door misplaatste snorharen en opgezwollen poriën. Dat hij wel gezien had hoe ze al heel de zomer naar hem keek, zei hij. Dat hij wel gemerkt had hoe ze in de vijver zwom voor hem, zei hij. Terwijl ze zich probeerde in te beelden waar hij het in godsnaam over had, zat zijn tong al in haar mond. De aanval was zowel impulsief als weldoordacht (sinds ze voor het eerst aan huis was gekomen, zo’n vijf jaar geleden) en miste zowel passie als ervaring. Hun gebit maakte een tikgeluid waarbij haar hoektand protesteerde, zijn lapje mondvlees deed zijn best haar amandelen te raken en zij stond erbij, keek ernaar. Daar ergens naast de beschimmelde tegel in het plafond zaten haar ogen. Hij gaf een kneepje in haar blote kindertepel dat speels bedoeld was maar dat haar eierstokken de vraag opdrong waar haar menstruatie bleef. Terwijl ze een straaltje speeksel over haar kin voelde glijden, werd het duo opgeschrikt door een hap naar adem vanuit de deuropening. Haar vriendin stormde de keuken in en wrong zich tussen de verdraaide kus. Dat ze wel gezien had hoe ze al de hele zomer loerde naar haar broer, zei ze. Slet, daarna. Op het moment dat ze zowel haar beste vriendin als haar eerste kus verloor, kon ze niets anders dan staren naar haar brokje hoektand dat ronddreef in een plasje op de keukenvloer.

Die avond leek de slaap maar niet te komen en zoals altijd wanneer ze niet kon slapen, dacht ze aan de pingpongmannetjes. Ze beeldde zich in hoe twee grappige mannetjes pingpong speelden in haar hoofd. Het balletje vloog aan een onwaarschijnlijke snelheid van de ene hersenhelft terug naar de andere, terwijl de mannetjes allerlei acrobatentrucs uithaalden. Het balletje ging van links naar rechts, van rechts naar links, links rechts, rechts links, tot het tempo van de slagen geleidelijk aan afnam, links rechts. Links. Rechts.                       Links.                                     Rechts. Uiteindelijk stuiterde het balletje een laatste keer en ruimden de mannetjes plaats voor dromen, maar in het zomerpaleis van de wijk zou ze nooit meer welkom zijn.

Toen de hitte zich terugtrok om geduldig de volgende zomer af te wachten en september de wacht van augustus overnam, moest ze weer naar school. De laatste dagen van de lagere school waren ronduit hysterisch geweest, beste vriendinnen vielen elkaar constant in de armen en naarstig werden afstanden tussen de nieuwe, grote scholen berekend. Adinda had ook getreurd om het naderende afscheid met haar beste, en ook enige, vriendin maar nu ze die kwijt was, wachtte ze gelaten en zonder specifiek verdriet de eerste schooldag af. Ze startte in de Latijnse, niet omdat het haar zo aantrok maar omdat haar ouders wilden dat ze bovenaan de studierichtinghiërarchie zou beginnen. Zakken kon altijd nog. Ze was expres wat te vroeg en ging helemaal achterin het klaslokaal zitten, naast het raam. Met een beetje geluk kon ze in de gordijnen verdwijnen. Jammer genoeg bestond vrijwel heel de eerste schooldag uit kennismakingsspelletjes en werd ze van de ene stoel naar de andere rondgetold op een soort klasgenootspeeddate. Tot overmaat van ramp kenden alle meisjes elkaar al van in de lagere school, wat het kliekje met een haast ondoordringbaar waas omhulde. De jongens zaten er even ongemakkelijk bij als zij, maar tijdens hun speeddates gleden hun ogen al haar richting uit en hun gesprekken verstomden als ze tegenover haar kwamen te zitten. Het zag er niet naar uit dat het middelbaar aangenamer zou worden dan de basisschool. Misschien zou de universiteit wel meevallen?

Adinda had altijd gedacht dat ze ongelukkig was geweest door de jarenlange plagerijen, de weinige vriendschappen en haar onverschillige ouders. Nu waren haar ouders nog steeds onverschillig, had ze helemaal geen vriendschappen meer en waren de plagerijen omgeslagen in pesterijen. Tijdens haar eerste maanden op de middelbare school leerde ze een belangrijke levensles, namelijk dat het altijd erger kon. De meisjes trokken foto’s van haar in de kleedkamers, de jongens troepten samen op de speelplaats en maakten masturbeerbewegingen als ze langskwam. Eén keer was de slimste van de hoop op het idee gekomen om de beweging te maken met een brikje melk in zijn hand. Het witte spul spoot recht in haar gezicht en drupte over haar kin op haar zwarte T-shirt. De hele dag doemden er flarden giechels op uit de hoeken van de lokalen en zo kreeg de roddel pootjes dat ze de wiskundeleerkracht gepijpt had in de wc’s, een roddel die nooit helemaal zou oplossen in de vergetelheid. Zeker niet toen de jonge leerkracht wiskunde een wel heel bijzondere interesse voor haar aan de dag begon te leggen. Erg goed in wiskunde was ze niet, erg slecht evenmin. Net als bij al haar vakken genoot ze het comfort van de middelmaat. Toch behandelde de wiskundeleraar haar fouten met allergrootste zorg en hij deinsde er niet voor terug oefeningen met haar – en haar alleen – te bespreken terwijl de rest zat te wachten op de klassikale verbetering. Adinda haatte die privileges, het liefst van al zou ze gewoon schuilen achter het glas van de portretten van Leonhard Euler en Descartes. Als ze iets verstandigs zei, legde hij zijn warme hand op haar schouder. Als ze een fout maakte, legde hij zijn warme hand op haar schouder. Op de dag dat hij uitlegde hoe Pythagoras de formule had gevonden voor de perfecte rechthoekige driehoek, ging hij te ver. Hij zei dat a² + b² = c² zelden in de natuur voorkwam, maar dat hij toch een voorbeeld kende en of Adinda even naar voor kon komen. Geroezemoes steeg op uit de gelederen en ze schuifelde aarzelend naar voor. Hij draaide haar een kwartslag zodat de klas haar profiel zag  en mat de zijden van haar neus op. Enthousiast stelde hij vast dat haar neus zo perfect was dat een van ’s werelds oudste wiskundige formules erop van toepassing was. Opgewonden gaf hij een zacht tikje tegen haar neus en stuurde haar terug naar haar plaats. Tranen van schaamte prikten achter haar ogen en toen de eerste snik uit haar keel ontsnapte, brak het gejoel los. De uitvinder van de melkbrikjestruc duwde ritmisch zijn tong tegen de binnenkant van zijn wang alsof hij gepijpt werd door een onzichtbare penis.

Die avond, toen ze het vernederende Pythagorasmoment bleef herkauwen, kon ze de slaap niet vatten. Ze voelde het tikje tegen haar neus nog nabranden, alsof hij het met een gloeiende haardpook had gegeven. Ze dwong zichzelf om aan de pingpongmannetjes te denken. Links. Rechts. Links. Rechts. Links. Wacht. Er was iets veranderd. De pingpongmannetjes deden niet langer hun gewoonlijke acrobatentrucs terwijl ze wachtte op slaap. Ze begonnen haar aan te kijken met dezelfde blik die had gesluimerd in de ogen van haar leraar. De begeerte bliksemde in haar visioen en het pingpongballetje kwam voortijdig tot stilstand. In paniek bedacht ze een manier om haar aloude trucje te behouden en veranderde de pingpongmannetjes snel in pingpongvrouwtjes. Voorlopig leek het te werken, maar er zou nog een tijd komen dat ook de pingpongvrouwtjes afhankelijk van hun geaardheid haar ofwel blikken van begeerte ofwel van jaloezie zouden toewerpen. Dan zou ze in momenten van slapeloosheid enkel kunnen wachten in de duisternis van haar afwezige gedachten.

De middelbare school kroop voorbij zonder veel noemenswaardige gebeurtenissen. De pesterijen bleven duren en als ze de roddels mocht geloven, had ze haar maagdelijkheid aan de wiskundeleraar geschonken en had ze al een miskraam gehad. Objectief was dat niet eens mogelijk omdat haar maandstonden nog altijd niet afgedaald waren, maar ze dacht er niet aan dat aan de imperfecte neuzen van haar volop menstruerende klasgenotes te hangen. Toen ze in het vierde jaar zat, arriveerde er een nieuwe leerling bij de zesdes. Hij was groot, sterk, donker en haast even knap als zij. De hele school vergat tijdelijk de affaire met de wiskundeleraar en wachtte vol spanning af tot het sletje Adinda ook dit hapje in haar web zou vangen. De knappe jongeling liet zoals verwacht al vanaf dag één zijn oog op haar vallen en omdat het beter was dan de wiskundeleraar en iedereen erop leek te wachten, ging ze eens met hem uit. Hij nodigde haar uit in het plaatselijke café waar hij twee pintjes bestelde en meteen hun stoelen wat dichter bijeen schoof. Bier had ze nog nooit gedronken en ze vond het een genadeloze aanval op haar smaakpapillen maar toch dronk ze op zijn hoge tempo mee. Ze moest er constant van plassen en haar boeren smaakten vies. Op het einde van een niet zo bijzonder spraakzame avond, wandelde hij mee naar haar fiets en kuste haar in de fietsenstalling. Het was best fijn, hij deed het beter en zachter dan de broer van haar beste vriendin en er gingen geen stukjes tand verloren deze keer. Sindsdien waren ze een koppel en dat was dat.

Na nog wat ongemakkelijke Stella’s in hetzelfde hoekje van het café en enkele gestolen kussen tijdens de middagpauze, nodigde hij haar eens uit bij hem thuis toen zijn ouders er niet waren. Ze ging op zijn voorstel in, inmiddels had ze de smaak van bier wel te pakken gekregen en ze wist dat er wat in zijn frigo stak. Daarin leek hij evenwel niet geïnteresseerd te zijn, meteen duwde hij haar de trap op naar zijn kamer en begon haar wild en diep te kussen. Zijn handen fladderden over haar lijfje en zochten verwoed naar de borsten die verscholen zaten onder haar losse trui. Ongeduldig knoopte hij haar jeans los en propte twee vingers in haar dichtbegroeide woestijngebied. Hij trok ze met een blik vol afschuw weer terug. Of ze nog nooit gehoord had van een scheermes en dat ze toch verdorie niet meer in de prehistorie leefden. En waarom was ze eigenlijk niet wat natter? Op weg naar huis kocht ze een roze scheermesje en voelde de brandende afdruk van zijn vingers bij het wandelen. Vlak voor hun volgende afspraakje waagde ze zich in de douche aan een ontbossing – zonder scheerschuim, daar had hij immers niets van gezegd. Gelukkig zouden de jeukende bobbels en ingegroeide haren pas enkele dagen later komen.

Opnieuw gleed hij hardvingerig haar onderbroek in en met een blik van goedkeuring waar ze warm van werd, betastte hij haar kaalgeplukte kippenvleugel. Wat verder naar beneden vond hij echter weer een reden tot ontevredenheid. Dichtbegroeid was haar woestijngebied niet meer, maar wel nog altijd even droog. Zuchtend stak hij eerst zijn vingers in zijn mond en toen begon hij haar te vingeren, diep en ruw. Ze kreunde soms omdat ze dacht dat dat zo hoorde en bij iedere kreun leek er wel een extra vinger bij te komen. Na een kwartier van dat gortdroge gepook vroeg hij of ze al was klaargekomen. Ze zei van ja omdat ze dacht dat dat zo hoorde. Dan is het nu aan mij, fluisterde hij in haar oor terwijl hij haar zachtjes neerduwde op de matras, haar broek helemaal naar beneden sjorde en ook zijn eigen opgezwollen stengel bovenhaalde. ‘Neen… daar ben ik… nog niet klaar voor. Denk ik’, zei ze verlegen. Hij nam haar in zijn armen en stelde haar gerust. Het was helemaal niet erg, het was omdat ze wat jonger was, hij begreep het wel. Ze was gewoon zo mooi… En hij was natuurlijk meisjes van zijn eigen leeftijd gewend, met meer ervaring en minder preuts… Niet dat zij preuts was hoor, ze was heel mooi en bijzonder voor hem. Hij hield gewoon zo veel van haar dat hij zich soms een beetje liet meeslepen, sorry mijn vogeltje, mijn Adinda. Mag ik hem er anders gewoon wat tegenaan houden? Zonder erin te gaan, beloofd, kijk, ik doe er wat speeksel op dan voelt het zachter en als ik nu wat op en neer beweeg voelt dat best fijn, voel je het? Shht, niets meer zeggen mijn mooie Adinda, ik zal voorzichtig zijn, kijk ik doe er nog wat speeksel op dan doet het minder pijn. Het valt best mee, toch? Niets om zo flauw over te doen. Oh god wat ben je strak. Ik hou van je Adinda, hou jij van mij? Zeg het. Ja, luider. Je bent van mij, ben je van mij? Luider. Luider. LUIDER!

Hij zonk op haar neer en zijn slappe garnaaltje gleed uit haar extern geïrrigeerde woestijngebied. De sperma ging het garnaaltje meteen achterna en drupte langs haar anus. Hij gaf haar een lief, zacht kusje op de lippen en zei dat ze de mooiste was die hij ooit gehad had. Moest ze niet naar de wc? Er zou waarschijnlijk wel bloed zijn na haar eerste keer. Toen hij zag dat de enige vlekken op de lakens echter wit en niet rood van kleur waren, keek hij haar vertwijfeld aan. Dit was toch zeker haar eerste keer geweest, hé? Ze knikte vol overtuiging van ja maar ze merkte dat hij haar niet geloofde. ‘Alsjeblieft, niet boos worden, ik zweer het op mijn moeders hoofd!’ Hij beet haar toe dat haar moeder waarschijnlijk al een even grote slet was als zij, trok zijn broek op en liet haar verbouwereerd achter met een vage herinnering aan rode plekjes in haar slip na een eerste paardrijles, lang geleden.

De rest van de middelbare school zat ze uit met haar benen toe en haar schouders naar beneden. De stemmen die haar nariepen op school en de stemmen die haar nariepen op straat nam ze mee naar huis waar ze vrij spel hadden in de lege ruimte tussen haar schedelwanden. Naar haar afscheidsbal ging ze niet en haar ouders vergaten haar proclamatie. Niemand klapte toen haar naam werd afgeroepen. De pingpongvrouwtjes in haar hoofd keken haar schamper en met gekruiste armen aan. Eenmaal thuis gooide ze het onnozele afstudeerhoedje in een hoek en zette een schaar in haar haar maar tot haar ontgoocheling zag ze er ook met een slecht geknipte, gedateerde carré nog steeds ravissant uit. Ze herinnerde zich een scène uit een traumatisch jeugdboek waarin een jonge prostituee haar gezicht openhaalt voor de spiegel om haar schoonheid te vernietigen. Vertwijfeld staarde ze even naar de botte schaar, ze bracht de punt tot aan haar trillende ooglid en dacht toen aan de keer dat ze tijdens een wandeling een zwiepende tak in haar gezicht had gekregen en hoe onaangenaam de striem had gevoeld. De schaar werd terug in de lade gelegd en Adinda ging op zoek naar haar eigen appartement.

Aan haar ouders zei ze dat ze ingeschreven was aan een universiteit aan de andere kant van het land en ze stemden toe haar gulle overschrijvingen te doen zolang ze met goede resultaten naar huis kwam. Wisten zij veel dat ze überhaupt niet meer naar huis zou komen. Ze vond een gezellig flatje in een stad ver weg en vanaf het moment dat ze de laatste kartonnen doos neerplofte en de deur achter zich dichttrok, hield ze op te bestaan in de blik van anderen en ook in die van zichzelf – spiegels waren er niet en de ramen had ze overschilderd. Een stoffige literatuurleerkracht had haar ooit eens verteld over Madame Bovary en haar gemijmer en haar boeken. Misschien moest ze ook een boekenkast aanleggen, dan kon ze tenminste nog een mijmerende, eenzame vrouw worden die verloren liep in fictie. Ze nam zich altijd voor een deel van haar ouders’ exuberante steun uit te geven aan dikke boeken maar liep als vanzelf alle boekenwinkels voorbij. Geleidelijk aan nam de frequentie van haar uitstapjes af. Eten en boodschappen liet ze aan huis komen en toen ze de bewonderende blikken van de loopjongens ook niet meer kon verdragen, legde ze het geld op de deurmat en wachtte ze enkele minuten tot de voetstappen uitgestorven waren. Maar hoezeer ze zich ook onttrok aan de publieke ruimte, de stemmen bleef ze horen. Adinda Adindo, gebruikt een dildo. A² + b² = c². Stukje hoektand. Mijn vogeltje. Wiskundeleraar. Leven. Niet. Meer. In. De. Prehistorie. Links. Rechts. Links. Rechts. Slet. Hoer. Slet. Hoer. Op een dag stopte ze ook met boodschappen te bestellen – een grote eter was ze toch nooit geweest. En zo bleef de voordeur van dat gezellige flatje in een stad ver weg gesloten, tot de amorfe, echoënde stemmenmassa Adinda achter het behang trok, waar ze nooit meer achter vandaan gekomen is.

© Merel Van de Casteele



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *